Bij het opstarten van de pomp moet u ervoor zorgen dat het reservoir en het circuit schoon en vrij van vuil en puin zijn voordat u deze met hydraulische vloeistof vult. Vul het reservoir met gefilterde olie tot een niveau dat voldoende is om wervelingen bij de zuigaansluiting naar de pompinlaat te voorkomen. Het is een goede gewoonte om het systeem te reinigen door te spoelen en te filteren met behulp van een externe slaafpomp. Vul de pomp met vloeistof via een van de poorten voordat u de pomp start. Dit is vooral belangrijk als de pomp zich boven het vloeistofniveau van het reservoir bevindt. Wanneer u de pomp voor het eerst start, verwijder dan alle opgesloten lucht uit het systeem. Dit kan worden bereikt door de pompuitlaatfittingen of aansluitingen los te maken voordat de pomp wordt gestart, of door een ontluchtingsklep te gebruiken. Alle inlaataansluitingen moeten goed afgedicht zijn om luchtlekken te voorkomen. Zodra de pomp is gestart, moet deze binnen enkele seconden aanzuigen. Als de pomp niet aanzuigt, controleer dan of er geen luchtlekken zijn in de inlaatleiding en aansluitingen. Controleer ook of opgesloten lucht kan ontsnappen bij de pompuitlaat. Nadat de pomp is gevuld, draait u de losse uitlaataansluitingen vast en laat u deze vijf tot tien minuten draaien (onbelast) om alle opgesloten lucht uit het circuit te verwijderen. Als het reservoir een kijkglas heeft, zorg er dan voor dat de vloeistof helder is en niet melkachtig. Voeg vloeistof toe aan het reservoir tot het juiste vulniveau.